Nederland Nederlands

Besparingscheck

Vrijstellingen Energiebelasting
Ieder jaar betaalt u energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie voor elektriciteit en aardgas. Hiervoor zijn tarieven vastgelegd voor verschillende zones. Het verbruik bepaalt in weke zone u valt, en welk tarief u betaalt. Hoe groter het verbruik, hoe lager het belastingtarief. Hieronder de meest voorkomende vrijstellingen. Indien u gedetailleerder de vrijstelling wilt bekijken kunt het “handboek milieubelasting” raadplegen.

Chemische reductie,
elektrolytische en
metallurgische procedés

Bedrijven die elektriciteit gebruiken in hun productieproces als chemische reductie, elektrolytische en metallurgische procedés en aardgas gebruiken voor metallurgische procedés hebben recht op een vrijstelling van energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie.

Omdat het om zeer specifieke bedrijfsprocessen gaat, kunnen wij helaas niet definitief vaststellen of u recht heeft op een vrijstelling. U dient dit daarom zelf vast te stellen.

Als metallurgische procedés worden aangemerkt:
a de vervaardiging van metalen in primaire vorm
b smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal
c oppervlaktebehandeling bestaande uit harden of warmtebehandeling van metalen

De vrijstelling voor metallurgische procedés geldt alleen voor bedrijven die behoren tot de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) code 24 of 25:

24.10 Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen
24.20 Vervaardiging van stalen buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor
24.31 Koudtrekken van staven
24.32 Koudwalsen van bandstaal
24.33 Koudvervormen en koudfelsen
24.34 Koudtrekken van draad
24.41 Vervaardiging van edelmetalen
24.42 Vervaardiging van aluminium
24.43 Vervaardiging van lood, zink en tin
24.44 Vervaardiging van koper
24.45 Vervaardiging van overige non-ferrometalen
24.46 Smelten en raffineren van uranium
24.51 Gieten van ijzer
24.52 Gieten van staal
24.53 Gieten van lichte metalen
24.54 Gieten van overige non-ferrometalen
25.11 Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan
25.12 Vervaardiging van metalen deuren, vensters en kozijnen
25.21 Vervaardiging van ketels en radiatoren voor centrale verwarming
25.29 Vervaardiging van metalen tanks en reservoirs
25.30 Vervaardiging van stoomketels (geen ketels voor centrale verwarming)
25.40 Vervaardiging van wapens en munitie
25.50 Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal; poedermetallurgie
25.61 Oppervlaktebehandeling en bekleding van metaal
25.62 Algemene metaalbewerking
25.71 Vervaardiging van scharen, messen en bestek
25.72 Vervaardiging van hang- en sluitwerk
25.73 Vervaardiging van gereedschap
25.91 Vervaardiging van stalen vaten en dergelijke
25.92 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van licht metaal
25.93 Vervaardiging van artikelen van draad en van kettingen en veren
25.94 Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren
25.99 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g.

Als een bedrijf in een of meer van deze categorieën valt, geldt de vrijstelling alleen voor zover de elektriciteit in het bedrijf gebruikt wordt voor 1 of meer van de hierboven onder a, b of c genoemde procedés. Daarbij worden onder ‘vervaardiging van metalen in primaire vorm’ de werkzaamheden verstaan die genoemd worden onder de codes 24.10 tot en met 24.54. Op zichzelf staande productieprocessen zonder gebruik van de primaire grondstoffen, die pas een rol spelen in de latere metallurgische procedés, vallen daarbij niet onder de vrijstelling.

De omstandigheid dat een procedé waarbij metaal wordt bewerkt, niet onder het begrip 'metallurgisch procedé' valt, sluit niet uit dat sprake is van een elektrolytisch procedé. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het galvaniseren, anodiseren, verchromen, vernikkelen, plateren en verzinken van metalen. In zulke gevallenis de vrijstelling voor elektrolytische procedés van toepassing.

Het elektriciteits- of gasverbruik voor objecten die geen directe relatie hebben met de genoemde procedés, zoals bijvoorbeeld kantoorgebouwen en magazijnen, valt niet onder de vrijstelling van energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie.

Om die reden dient u precies te kunnen meten hoeveel elektriciteit/gas wordt verbruikt voor de procedés die wel in aanmerking komen voor de vrijstelling. Een tussenmeter is daarom verplicht.

Handboek MB Artikel 7.10.2 Vrijstelling voor chemische reductie, elektrolytische en metallurgische procedés

Complexbepaling (Bundeling EB en ODE)

Indien meerdere elektriciteit- of gasaansluitingen behoren tot een complexbepaling mag het verbruik van de aansluitingen worden opgeteld. Op deze manier valt het totale verbruik in een hogere zone en betaalt u een lager tarief voor energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie.

Wat is een complexbepaling?
Eigendommen die bij dezelfde (rechts)persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen, vormen een eenheid.

Woningen hebben meestal 1 aansluiting. Vooral zakelijke gebruikers kunnen per onroerende zaak meer dan 1 leveringspunt van aardgas of elektriciteit hebben. Als deze leveringspunten zijn aangesloten op 1 WOZ‑object is voor de wet sprake van 1 aansluiting voor aardgas of elektriciteit.

Bij de toepassing van de complexbepaling wordt bij 2 afzonderlijke zelfstandige WOZ-objecten allereerst bekeken of de eigendom in dezelfde handen is. Is dit niet het geval dan is geen sprake van een samenstel als bedoeld in artikel 16, onderdeel d, van de wet WOZ. Is dat wel het geval dan wordt bekeken of het gebruik in dezelfde handen is. Is dit niet het geval dan is geen sprake van een samenstel. Is dit wel het geval dan kan sprake zijn van een samenstel. Er moet dan nog wel voldaan worden aan de voorwaarde, dat de objecten een eenheid vormen:

Afbakening WOZ

Object 1

Eigendom

Object 2

Eigendom

Object 1

Gebruik

Object 2

Gebruik

Conclusie Samenstel

Partijen

A

A

A

A

Ja (als objecten een eenheid vormen)

Partijen

A

B

A

A

Nee

Partijen

A

A

C

D

Nee

Partijen

A

A

C

C

Ja (als objecten een eenheid vormen)


Uit de Wet WOZ en de jurisprudentie volgt dat de complexbepaling van toepassing is als aan alle 4 de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. De zaken behoren toe aan 1 en dezelfde zakelijk gerechtigde.
  2. De zaken zijn bij 1 en dezelfde (rechts)persoon in gebruik.
  3. De zaken liggen niet te ver van elkaar af en zijn fysiek niet te sterk van elkaar gescheiden (afhankelijk van de overige omstandigheden).
  4. Er is sprake van 1 of meer bijkomende omstandigheden, zoals met name:
  • Afhankelijkheid
  • Functioneel samenhangend gebruik in het kader van 1 en dezelfde onderneming
  • Dienstbaarheid
  • Bestemming voor gezamenlijk gebruik
  • 1 toegang vanaf de openbare weg
  • 1 categorie bewoners


Handboek MB Artikel 7.2.5 Aansluiting

Doorlevering

Volgens de wet wordt er geen EB geheven over de levering aan iemand die op zijn beurt

aan een verbruiker levert. Hierdoor blijft bijvoorbeeld de levering aan degene die via een gesloten distributiesysteem of een directe lijn aardgas of elektriciteit levert (een zogenoemde doorleverancier), buiten de heffing.

Deze verplichting betreft het verbruik van aardgas of elektriciteit door de doorleverancier zelf. Wanneer een doorleverancier aardgas of elektriciteit levert aan een andere doorleverancier, die alles op zijn beurt weer doorlevert aan een verbruiker, kan de 1e leverancier een doorleveringsverklaring aan zijn leverancier verstrekken. Hiermee kan hij dubbele heffing voorkomen.

De doorleverancier is verplicht zijn om een overzichtelijke administratie bij te houden. Daarnaast is hij verplicht met meters de hoeveelheid aardgas of elektriciteit te meten die wordt gebruikt voor (eigen) verbruik.

Handboek MB Artikel 7.4.5 Doorlevering